Achtergronden & opinie

Professor Wielicki: ‘Moderne kernreactoren zijn zeer veilig’

Auteur: Professor Matthew Wielicki

Naar mijn mening is kernenergie de enige duurzame energiebron om de wereldbevolking van betrouwbare energie te voorzien. We verspillen onze tijd door te denken dat wind en zonne-energie voldoende zullen leveren voor een steeds energiehongerige samenleving. 

Helaas vreest de bevolking kernenergie. Dat is niet terecht. Het publiek moet worden voorgelicht over de misvattingen rond kernenergie en de lage stralingsdoses die reactoren met zich meebrengen. Deze zijn veel veiliger dan door de meeste mensen wordt gedacht.

Nul doden 

Op dit moment zijn er geen sterfgevallen in verband gebracht met het smelten van een moderne kernreactor. Ze zijn niet alleen veiliger voor de mensen die in de energiesector werken in vergelijking met andere bronnen, maar ook veiliger voor de samenleving, omdat ze geen vervuiling produceren, CO2-vrij zijn en een ongelooflijk kleine ecologische voetafdruk vereisen om een enorme hoeveelheid energie te produceren.

Moderne kernreactoren zijn zo veilig omdat ze allemaal een negatieve reactiviteitscoëfficiënt bevatten. Dat betekent dat wanneer ze beginnen op te warmen, ze veiligheidsmechanismen activeren die ervoor zorgen dat de reactor vertraagt en afkoelt, waardoor een meltdown wordt voorkomen. De angst dat kerncentrales gevaarlijk zijn, stamt uit een tijd dat deze veiligheidsmechanismen er nog niet waren.

Oud ontwerp

Het enige overlijden dat voortkwam uit het smelten van een kernreactor deed zich voor bij de ramp van Tsjernobyl op 26 april 1986. Die oude reactor had juist een positieve reactiviteitscoëfficiënt, door het ontbreken van de eerder genoemde veiligheidsmechanismen. 

Bij het ongeluk versnelde de reactie door de hitte, waardoor de noodzakelijke omstandigheden ontstonden voor een meltdown. Hoewel die ramp zeker angstaanjagend was, leidde dit tot een wereldwijde evaluatie van nucleaire technologie, met als resultaat de aangescherpte veiligheidseisen. 

Straling

Afgezien van dat ene overlijden direct na de Tsjernobyl-meltdown, waren er ongeveer 30 sterfgevallen direct gerelateerd aan stralingsvergiftiging. Dit is nog steeds erg weinig vergeleken met andere energiebronnen. Laten we echter ook de enkele duizenden gevallen van kanker in de omgeving die soms tientallen jaren later optraden, meetellen. Hoewel we deze gevallen van kanker niet met zekerheid aan blootstelling aan straling kunnen toeschrijven, is het toch goed om ze in overweging te nemen. 

Ongeacht welke maatstaf je hanteert, is dit nog steeds aanzienlijk lager dan de bewering dat jaarlijks acht miljoen mensen sterven door vervuiling als gevolg van fossiele brandstoffen. Hoewel ik niet per se akkoord ga met die bewering, kan deze wel nuttig zijn om wat perspectief te bieden. Het aantal slachtoffers van de grootste nucleaire ramp in de geschiedenis valt hierbij in het niet. 

Kernramp in Japan

Maar hoe zit het met de kernreactor in het Japanse Fukushima die op 11 maart 2011 werd getroffen door een zeebeving en een daaropvolgende tsunami. Hoewel er problemen waren met bijvoorbeeld de reservekoeling kwam er maar een tiende vrij van de straling die vrijkwam bij Tsjernobyl. Ook bij deze ramp kwam niemand om, en dat beschouw ik als het bewijs van de veiligheid van moderne reactoren. 

Nu is er recent ophef ontstaan over het lozen van afvalwater van deze reactor. Onderzoek laat zien dat de stralingsniveaus ver onder het onveilige niveau blijven, tot veel minder dan waar we in het dagelijks leven aan worden blootgesteld. Denk bijvoorbeeld aan bananen. Daar zit straling in door radioactief kalium, maar niemand zegt dat je die niet moet eten. Dat dit piepkleine beetje afvalwater reacties oproept, komt vooral door partijen die veel te verliezen hebben als de wereld overstapt op kernenergie. 

De groene lobby 

De misvattingen over kernenergie komen uit verschillende bronnen. Er is een grote anti-kernenergie lobby, die wordt gefinancierd door zowel de fossiele brandstofindustrie als de duurzame energie-industrie, omdat kernenergie voor beide een bedreiging vormt. Een conservatieve schatting is dat deze groepen jaarlijks een budget van 2,3 miljard dollar hebben.

Deze lobby probeert met succes kernenergie tegen te houden door de angst aan te wakkeren dat iedere hoeveelheid straling gevaarlijk is. Maar het wordt steeds duidelijker dat blootstelling aan lage doses straling geen medische schade veroorzaakt. En de doses waar de bevolking rond een kerncentrale aan wordt blootgesteld, zijn minder dan wat men zou ontvangen tijdens een intercontinentale vlucht.

Kernenergie is goedkoop

Een ander argument is dat kernenergie aanzienlijk duurder is dan andere vormen van energie, inclusief wind- en zonne-energie. Maar het feit dat kerncentrales duur zijn in de westerse wereld heeft niets te maken met de daadwerkelijke kosten van de technologie zelf, maar alles met de kosten van regelgeving. Niet-westerse landen bouwen ze voor 20% of zelfs 10% van de prijs.  

Dit komt door de regelgeving en bureaucratie waar westerse landen door geplaagd worden. Er zijn voortdurend voorschriften die een bouwer moet volgen, en bij elk van deze stappen kan deze worden uitgedaagd door een milieugroep. Dan komt het proces feitelijk tot stilstand, terwijl advocaten geld wegsnoepen en er verder niets gebeurt. Als de duurzame doelstellingen zo belangrijk zijn, moet het toch lukken om het bouwen van kerncentrales makkelijker te maken?

We hebben kernenergie nodig

Als we onze energiesector willen decarboniseren, is kernenergie de enige oplossing die voldoende energie kan leveren om de wereldbevolking op het niveau van de westerse levensstandaard te brengen. Er is geen manier waarop wind, zonne-energie of een andere vorm van hernieuwbare energie dezelfde hoeveelheid on-demand energie kan leveren als kernenergie.

Als we verantwoord willen verduurzamen, moeten we streven naar ongeveer 70 tot 80% van onze energievoorziening uit kernenergie, mogelijk aangevuld met hernieuwbare energie. We zouden kerncentrales moeten bouwen op dezelfde schaal als Zweden deed van 1975 tot 1985. Zowel Zweden als Frankrijk hebben in het verleden aangetoond dat het mogelijk is om binnen twee tot drie decennia een groot deel van de energieproductie uit kernenergie te halen. Als zij het kunnen, kunnen wij het ook.


Dit opiniestuk is van dr. Matthew Wielicki. Hij was assistent-professor geologie aan de Universiteit van Alabama (Verenigde Staten), waar hij in zijn colleges veel aandacht besteedde aan het klimaat. Momenteel houdt hij een substack bij genaamd “Irrational Fear.”

Vertaling en redactie: Maarten van der Laan

Hoofdafbeelding: ANP / Marcel Antonisse – Goes, 11 oktober 2011: Transport kernafval