Achtergronden & opinie

Column Paul Cliteur: ‘De UvA is ideologisch doorgedraaid instituut geworden’

Auteur: Paul Cliteur

“Veroordeel de acties van Israël”. Dat, schrijft De Volkskrant, is de kern van de oproep die studenten, alumni en medewerkers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) doen in een brief aan het universiteitsbestuur. Maar het UvA-bestuur geeft voorlopig geen gevolg aan die eisen. Men zegt: “Het belangrijkste is om de onderlinge rust te bewaren.”

Opvallende eis van de studenten, medewerkers en alumni. Dus geen standpunt over het kidnappen van kinderen door Hamas. Geen standpunt over het vermoorden van de burgerbevolking van Israël bij de recente inval door Hamas. Geen standpunt over het martelen van gevangenen. Maar wel, aan de vooravond van een vergeldingsactie en zelfverdediging van Israël, een veroordeling van Israël.

Zouden ze zo gek zijn, die studenten, medewerkers en alumni van de UvA? Of presenteert De Volkskrant misinformatie? We moeten dat laatste natuurlijk nooit uitsluiten bij de mainstream media, maar voorlopig geloof ik De Volkskrant. Er zijn namelijk voldoende indicaties dat deze berichtgeving over de UvA, een totaal ideologisch doorgedraaid instituut, juist is.

Hoe doorgedraaid die mensen zijn, blijkt uit de motivering voor de brief. De bijna achthonderd ondertekenaars van de brief zien het als de “verantwoordelijkheid” van het UvA-bestuur om zich uit te spreken tegen wat zij “de genocide door Israël” noemen. Initiatiefnemer van de brief, promovendus Eleri Connick, licht toe: ‘Wij hebben allerlei wetenschappers in huis die weten wat genocide is, wat een bezetting is en wat oorlogsmisdaden zijn” en toch, zegt hij, “klinkt er een oorverdovende stilte vanuit de universiteit.”

Hoe moeten we hierover denken?


Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Rectores en leden van Colleges van Bestuur zijn incompetent

Wat Conninck en zijn companen niet begrijpen, is dat niets hen belet zélf een standpunt in te nemen. De genocidedeskundigen moeten zich vooral op de opiniepagina’s van kranten en in tijdschriften laten horen. Met flitsende bijdragen, spetterende discussies. En inderdaad, het is stil omdat die deskundigen als bange muizen zich verschuilen achter de muren van hun instituut. Maar verwachten dat deze stilte moet worden opgevuld met uitspraken van UvA-rector Prof. dr. ir. P.P.C.C. (Peter-Paul) Verbeek, een Nederlandse techniekfilosoof, zonder enige competentie op het terrein van de internationale betrekkingen, is mateloos naïef. Of met uitspraken van College van Bestuur-voorzitter Prof. dr. G.T.M. (Geert) ten Dam, een onderwijskundige.

Besturen van universiteiten zijn geen leden van de Congregatie van de Geloofsleer die overal verstand van hebben, maar gewone wetenschappers. De een weet wat van techniekfilosofie. De ander wat van onderwijskunde. Verder brengt hun academische integriteit met zich mee dat zij niet moeten gaan zwatelen over onderwerpen waar zij totaal geen verstand van hebben. Ook niet nu zij tot het hogere ambt van bestuurder zijn geroepen.

Maar deze bestuurders hebben toch wel impliciet en expliciet stelling genomen op het terrein van de genderideologie (kwestie Buijs, de Amsterdamse Buikhuisen)? En toch ook over Oekraïne?

Zeker! En dat was dus ook oliedom. Nu zitten zij op de blaren. Dat die kwestie van de opgewekte verwachtingen een rol speelt (en dat de UvA-bestuurders dus zelf een bijdrage hebben geleverd aan de ontaarding van de UvA als universiteit) blijkt uit het stukje in De Volkskrant: “Wat meespeelt, is dat de UvA de inval van Rusland in Oekraïne wel expliciet veroordeelde, toen de oorlog daar vorig jaar begon.” Meespeelt.

Ziedaar, de bestuurders hebben hun universiteitsmedewerkers en studenten verwend. De UvA-bestuurders hebben zich al laten verleiden tot partij kiezen in een kwestie die enkele maanden geleden betrekkelijk eenvoud leek: Poetin viel Oekraïne binnen. Simpel, toch? Poetin moet weg. “Wij” moeten die oorlog winnen. Onze oorlog, tenslotte. Stapje voor stapje wordt dat ingewikkelder, dus ook daarin zal blijken dat de UvA-bestuurders hun hand verre overspeeld hebben.

Wat moeten die universitaire bestuurders dan wel doen? Geen standpunten meer innemen over regenboogvlaggen, Israël, Oekraïne, corona-vaccinaties? Inderdaad, wat zij moeten doen, is het beschermen van de vrijheid van hun wetenschappers. Hun wetenschappers maximale vrijheid geven. Zij moeten het academisch debat faciliteren, maar daar vooral niet zelf aan mee gaan doen. Wat zij moeten gaan doen is de Idee van een Universiteit herstellen.

Paul Cliteur (geb. 1955) heeft 40 jaar rechtswetenschap gedoceerd aan de Universiteit Leiden, de laatste 20 jaar als hoogleraar. Tevens was hij 7 jaar hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Delft. Hij heeft ongeveer 30 promovendi begeleid, ongeveer 30 boeken geschreven en geredigeerd naast vele opiniestukken voor Nederlandse kranten. Hij zal de komende tijd elke twee weken een column schrijven voor ON! Paul Cliteur is lijstduwer voor FVD bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023.

Hoofdafbeelding: X / @AsussAvigail