De internationale media berichtten maandag massaal over de conclusies van het nieuwe VN-klimaatrapport, maar dit rapport is nog niet uitgebracht. Alleen een samenvatting is online gezet, met hierin vergaande uitspraken zonder bronvermelding of onderbouwing. Hierdoor is het onmogelijk voor journalisten, wetenschappers en het publiek om de uitkomsten te controleren, of in discussie te gaan over de inhoud.
Op de website van het IPCC staat het rapport aangemerkt als “coming soon.” Alleen de “samenvatting voor beleidsmakers” is beschikbaar, met hierin veel bombarie en vingergewapper over wat overheden moeten doen. Dit document staat vol krasse uitspraken, maar bevat niet de datapunten waarop deze gebaseerd zijn.
Toch nemen de media massaal de uitspraken uit de beleidssamenvatting over, zonder te berichten over het uitblijven van de technische onderbouwing. Wetenschappers Ferdinand Meeus laat het IPCC er niet zo makkelijk mee wegkomen. “Laatste IPCC Klimaatalarm Synthese rapport is weer goed voorbeeld van hoe de politiek en de VN-bureaucratie de boel belazeren. Enkel de politieke samenvatting is gisteren online, de technische rapporten niet,” schrijft hij op Twitter. En Marcel Crok van Clintel: “Waarom het onderliggende rapport niet beschikbaar is blijft voor mij een raadsel.”
Waarom is het zo belangrijk om het IPCC te controleren?
Matthew Wielicki, associate professor aan de Universiteit van Alabama, is als geoloog gespecialiseerd in “mass extinction events”: gebeurtenissen die de potentie hebben om een groot gedeelte van het leven op aarde weg te vagen. Hij schrijft na vragen van Ongehoord Nederland: “Ze halen in de samenvatting geen wetenschappelijke literatuur aan, waardoor het onmogelijk is om de validiteit van de claims vast te stellen.”
Op de vraag hoe het kan dat de onderbouwing ontbreekt, reageert hij resoluut: “Naar mijn mening doen ze dat doelbewust. (…) Vergeet niet dat het IPCC geen wetenschappelijk panel is, maar een panel van bureaucraten en politici. Ze zijn er om een beleidsagenda door te drukken en ze gebruiken de angst die ze aanwakkeren met hun taal om dit voor elkaar te krijgen.”
De taal van het IPCC is iedere persconferentie heftiger, net zoals de bijbehorende berichten in de media. Wielicki zegt hierover: “Het IPCC blijft meer catastrofale taal gebruiken om hun agenda door te drukken, omdat ik denk dat ze het gevoel hebben dat het publiek en de regeringen niet langer luisteren. De waarheid is dat veel van de catastrofale gebeurtenissen die door het IPCC zijn voorspeld, niet zijn uitgekomen.”
Het niet-uitgebrachte “syntheserapport” is een zogenaamd “consensusrapport.” Dit betekent zoveel als dat een groep wetenschappers bij elkaar komt, meningen uitwisselt en kijkt in welke mate ze het met elkaar eens zijn.
Dit is een fundamenteel niet-wetenschappelijke manier van werken. Een mening heeft in de wetenschap geen enkel gewicht, zolang deze niet is voorzien van voor iedereen beschikbare datapunten. De discussie gaat altijd over de data zelf, niet over de mening.
Bij het vragen naar meningen is het te makkelijk om zelf te kiezen wie je aan het woord laat. Niets weerhoudt je ervan om onwelgevallige meningen weg te filteren, zodat iedereen het eens is met je vooropgezette narratief.
Dit is precies wat het IPCC doet, aldus associate professor Wielicki. Het panel negeert consistent kritische wetenschappers, of drukt ze zelfs helemaal uit de organisatie. De enige meningen die overblijven, passen bij het vooraf bedachte angstnarratief.
Wielicki verwijst naar deze lijst van 46 voormalige IPCC-experts die zich openlijk hebben uitgesproken tegen de werkwijze van het IPCC. Hun reacties liegen er niet om.
Zo schrijft natuurkundige Richard Lindzen, die meer dan 200 wetenschappelijke publicaties op zijn naam heeft staan: ““Het IPCC-proces wordt gedreven door politiek in plaats van door wetenschap. Het gebruikt samenvattingen om een verkeerde voorstelling te geven van wat wetenschappers zeggen en maakt gebruik van publieke onwetendheid.”