Achtergronden & opinie

‘De pandemiewet is een stille coup op onze grondrechten’

Auteur: Serre Verweij

De tijdelijke coronawet (die voorzag in het wettelijke kader voor de coronamaatregelen) werd een jaar geleden weggestemd door de Eerste Kamer. Deze krijgt nu een opvolger in de vorm van de nieuwe pandemiewet, die deze week is aangenomen door de Eerste Kamer. Blijkbaar wil de zittende macht nog steeds de bevoegdheid om grondrechten op te schorten en vrijheidsbeperkende maatregelen in te voeren, zoals het sluiten van kleine ondernemingen en de avondklok, ook al is de coronapandemie al lang en breed voorbij. 

De vraag is hoe dit heeft kunnen gebeuren. Covid-19 wordt niet meer als bedreiging gezien en er is geen indicatie dat dit gaat veranderen. Er is ook geen ander pandemie-alarm. Toch drukte men deze wetswijziging met volle haast door de Eerste Kamer, vlak voordat de nieuwe senaat kon worden gekozen op 30 mei.

Geen democratische controle op een machtigingswet

Juristen, waaronder Cornelis Wisse en Peter Nicolaï (PvdD), hebben de pandemiewet bekritiseerd. Niet alleen vanwege de wijze waarop deze grondrechten inperkt, maar juist ook over hoe deze de democratische controle verder afzwakt.

Normaal gesproken moeten grondwetswijzigingen door 2/3de van beide Kamers worden goedgekeurd. Na de wetswijziging is dat niet meer nodig voor de vrijheidsbeperkende maatregelen die in de nieuwe versie zijn vastgelegd. Hierdoor is er in feite sprake van een machtigingswet.

De Eerste en de Tweede Kamer moeten wel geïnformeerd worden, maar alleen de Tweede Kamer, waar de coalitie een meerderheid heeft, kan dergelijke verordeningen ongedaan maken. Daarnaast heeft de Tweede Kamer slechts een week de tijd om te reageren, waardoor er van echte democratische controle geen sprake is. 

Was het probleem tijdens de coronacrisis daadwerkelijk dat de regering te veel geblokkeerd werd door het parlement? Dat de regering niet snel genoeg vrijheden kon inperken, maar dat wel wilde? 

Het heeft er alle schijn van dat de regering het maar wat lastig vindt dat de volksvertegenwoordiging tijdens de pandemie wat te zeggen had over het invoeren van vrijheidsbeperkende maatregelen. De pandemiewet lijkt als enige doel te hebben weerstand te breken, voordat deze überhaupt kan ontstaan. 

Het opschorten van grondrechten in naam van een pandemie

De grondwet garandeert vrijheid van vereniging, van vergadering en bijeenkomst en garandeert het recht op privacy. Deze rechten kunnen alleen via de wet worden ingeperkt ter bescherming van de openbare orde of andere zwaarwegende belangen. 

De pandemiewet maakt het mogelijk voor ministers om in de toekomst een vermeende gezondheidscrisis te gebruiken om dergelijke vrijheden in te perken. Scholen, winkels en horeca zouden weer kunnen worden gesloten, avondklokken en de anderhalvemetersamenleving kunnen onverwacht terugkeren. 

De avondklok of coronapas zijn bewust niet expliciet in de wet opgenomen, maar de mogelijkheid om dergelijke maatregelen in te voeren, is wel opengelaten, met verwijzingen naar noodbevoegdheid van de regering. 

De pandemiewet lijkt een wapen van een autoritair regime

Dergelijke vrijheidsbeperkingen op basis van noodbevoegdheid werden tot voor kort geassocieerd met de krijgswet in autoritaire regimes. Het gebrek aan begrenzing is ook een kenmerk van een dictatuur of totalitair systeem. Nu kan ditzelfde principe in Nederland worden toegepast.

Deze pandemiewet valt te vergelijken met het beruchte artikel 48 van de grondwet in de Weimarrepubliek, die de president toestond om burgerlijke rechten en vrijheden tijdelijk op te schorten. Alhoewel Duitsland bakermat was van de rechtsstatelijke traditie, vaardigde president Von Hindenburg na de Rijksdagbrand in 1933 een nooddecreet uit dat burgerrechten tijdelijke afschafte en noodbevoegdheden toekende aan de regering. De vage en open elementen in het decreet zien we 90 jaar later terug in de pandemiewet. Deze zet de deur wagenwijd open voor de regering om de vrijheid van de bevolking in te perken, simpelweg door een noodsituatie uit te roepen. Het is zeer de vraag of het bij een pandemische situatie zal blijven.

Klimaatlockdowns en propaganda

D66-minister Ernst Kuipers heeft ontkend dat de wet gebruikt zou kunnen worden voor klimaatlockdowns. Maar hij stelde tegelijkertijd dat deze in de toekomst misschien gebruikt zou moeten worden als klimaatverandering de kans op infectieziekten zou vergroten. 

Een vage definitie, die machtsmisbruik in de hand kan werken. Want wie bepaalt wanneer er sprake is van een hogere kans op infectieziektes door klimaatverandering? De regering? En wat gebeurt er met mensen die dit bekritiseren? 

De normalisering van een noodtoestand in vredestijd wordt gevaarlijker gemaakt door de toenemende tendens om kritische tegengeluiden te bestempelen als desinformatie. Tijdens de coronacrisis (en nu bij de klimaatcrisis) is er sprake van zeer eenzijdige berichtgeving, waar ook het parlement door beïnvloed wordt. 

Wanneer de regering, door haar goedgekeurde experts en de publieke omroep ziekten als gevaarlijk kunnen bestempelen en presenteren als reden tot noodmaatregelen, kan er op ieder gewenst moment een pandemie worden gefabriceerd wanneer onderdrukking van de bevolking gewenst is.

Waar blijft grondwettelijke toetsing?

De Hoge Raad, de Raad voor de Rechtspraak en de Raad van State hebben allemaal adviezen uitgebracht die een vorm van constitutionele toetsing van wetgeving ondersteunen. In het regeerakkoord staat dat er gekeken zou worden naar welke vorm van toetsing het beste past bij het Nederlandse systeem. Maar de regering heeft niets gedaan om dit te verwezenlijken en heeft ondertussen wel de grondwet-krakende pandemiewet ingevoerd.

Rutte IV & bondgenoten spreken vaak van langetermijnplannen om de rechtsstaat te versterken. Maar deze plannen worden voortdurend uitgesteld, terwijl verdere wetgeving die burgerrechten en de democratie inperkt juist versneld wordt doorgevoerd. 

Aan het eind van de dag worden machthebbers beoordeeld op wat er van hun beloftes terechtkomt. Als de uitslagen van de Eerste Kamerverkiezingen een indicatie zijn, dan staat Nederland bij toekomstige parlementsverkiezingen een politieke aardverschuiving te wachten. Hopelijk zet een nieuw lichting volksvertegenwoordigers alsnog een dikke streep door de pandemiewet, zodat onze grondrechten weer veilig zijn.

Dit is een opiniestuk van Serre Verweij. Hij is schrijver en columnist, met focus op geschiedenis, politiek en rechtsstaat. 

Hoofdafbeelding: ANP / Robin van Lonkhuijsen – Amsterdam januari 2021 Coronademonstranten worden op Museumplein met geweld uit elkaar gedreven.