Achtergronden & opinie

‘Alternative für Deutschland haalt record van 18% in opiniepeilingen’

Auteur: Dirk Rochtus

Het Duitse kibbelkabinet van SPD, FDP en Grüne ergert burgers, maar de christendemocratische oppositie weet er geen munt uit te slaan. En dus wenden burgers zich tot die partij die niet alleen in haar naamgeving, maar ook met haar programma een ‘alternatief’ belooft: de Alternative für Deutschland (AfD). Die rechts-radicale partij kreeg bij de federale verkiezingen van 26 september 2021 10,3% van de kiezers achter zich; vandaag haalt ze in opiniepeilingen 18 tot 19%.

Even terugkijken in het verleden: de extreemrechtse NPD haalde bij de federale verkiezingen van 1969 net niet de kiesdrempel van vijf procent. De politici van de traditionele partijen slaakten een zucht van verlichting. Maar hoe had het zover kunnen komen? 

De verklaring is eenvoudig: vele burgers waren ontevreden over de Grote Coalitie van christendemocraten (CDU/CSU) en sociaaldemocraten (SPD), maar de liberale oppositie (FDP) kon met 10% van de zetels in de Bondsdag nauwelijks weerstand bieden. En dus wendden burgers die noch bij de meerderheid noch bij de oppositie hun gading vonden zich in het stemhokje tot het radicale alternatief, dat van de NPD.

Verantwoordelijk

We zijn nu 54 jaar later en iets gelijkaardigs lijkt nu ook te gebeuren. Weer davert de gevestigde orde op haar grondvesten. De Grünen roepen de CDU/CSU zelfs op om beter samen te werken tegen de ‘vijanden van de democratie’. Ook nu stelt men zich dezelfde vraag als een halve eeuw geleden: hoe heeft het zover kunnen komen?

Britta Hasselmann, de fractievoorzitster van Die Grünen, legt bij wijze van zelfkritiek de ‘verantwoordelijkheid bij alle democratische partijen’. Ze zouden zich moeten afvragen wat vele mensen zo ‘onzeker’ maakt. 

Dietmar Bartsch, fractievoorzitter van de linksradicale Die Linke (ook een oppositiepartij), voelt die ‘medeverantwoordelijkheid’ ook aan, temeer omdat zijn partij – zeker in Oost-Duitsland – ‘niet meer het eerste adres voor proteststemmers’ zou zijn.

Verwonderd

Wie geen medeverantwoordelijkheid onderkent, is bondskanselier Olaf Scholz (SPD). Die noemt de AfD gewoonweg een ‘Schlechte-Laune-Partei’, een partij van het ‘slechte humeur’. Een karakterisering die veel weg heeft van de minachtende manier waarop Hillary Clinton ooit de kiezers van Donald Trump wegzette als ‘deplorables’. Veel mensen aan de linkerzijde maken het zich wat al te gemakkelijk door de kiezers van ‘populistische’ en rechts-radicale partijen als ‘dom’ en ‘achterlijk’ te bestempelen;  analyseren hoeft dan niet meer.

Maar als die partijen dan een groot verkiezingssucces behalen, vragen ze zich verwonderd af hoe het – alweer – zover heeft kunnen komen. In ‘burgerlijke’ media verschijnen er tenminste nog ernstige analyses die proberen te verklaren waarom de AfD zoveel burgers aanspreekt. 

De voor conservatief doorgaande publicist Wolfram Weimer haalt in het weekblad The European vijf redenen aan: 1) Het zwakke bestuur van de ‘Ampel’, de Verkeerslichtcoalitie van SPD-FDP-Grüne, die dringende problemen niet weet aan te pakken, onder meer omdat ze intern verdeeld is; 2) de ‘grüne Ideologie’ die als rigide en arrogant overkomt; 3) de angst van de mensen om er materieel op achteruit te gaan, onder andere door de inflatie en door de miserabele toestand waarin het land zich bevindt; 4) de migratiecrisis die maakt dat vele gemeenten er niet meer in slagen vluchtelingen en asielzoekers op te vangen; 5) de mediataboes rond ‘conflictrijke thema’s’ en het gevoel – volgens opiniepeilingen intussen bij de helft van de bevolking – dat de vrijheid van mening vandaag de dag niet meer voldoende gewaarborgd is.

Taboe

Ook de onafhankelijke columnist Harald Marterstein merkt in het dagblad Die Welt op dat veel mensen de huidige ‘woke culturele revolutie’ als een zodanige ‘horror’ ervaren ‘dat ze naar elke strohalm grijpen, en vandaag heet die strohalm AfD’. Volgens Marterstein heeft de opkomst van de AfD weinig tot niets ‘met Nazi-nostalgie te maken, ook wanneer vele linkse mensen dat als vanzelfsprekend beweren.’ 

Kan de CDU als centrumrechtse partij dan niet een alternatief voor én de ‘Ampel’ én de AfD bieden? Het antwoord ligt besloten in de analyse van recente deelstaatverkiezingen. In de deelstaat Berlijn had de CDU succes ‘met een verkiezingsstrijd die haast aan de dagen van oud-kampioen Helmut Kohl herinnerde, in het linkse Bremen presenteerde ze zich als de light versie van de Grüne en ging ze de mist in’, aldus nog Marterstein.

Jacques Schuster, hoofd-commentator van Die Welt, hekelt de ‘Tabuzüchter’ (de taboekwekers) die zich woedend storten op CDU-politici wanneer die de problemen rond migratie en criminaliteit ter sprake brengen: ‘Wie maatschappelijke problemen met hulp van de gebruikelijke verontwaardigingsclichés (Empörungsklischees) tot taboe verklaart, die laat ze over de radicalen. Dat de AfD (…) met 18 procent over het hele grondgebied gelijk ligt met de SPD, is ook een gevolg van de heersende geestelijke brandmerking en de toenemende schuwheid, de dingen bij naam te noemen’.

De demon van ‘Weimar’

Hoe moet het nu verder? De volgende federale verkiezingen liggen nog veraf – pas in september 2025 – en het is nog de vraag of de AfD zolang haar spankracht behoudt. Renate Köcher, directeur van het gezaghebbende Institut für Demoskopie Allensbach, wordt in de Frankfurter Allgemeine Zeitung geciteerd: ‘In tijden van onvrede hebben extreme partijen als de DVU of de NPD af en toe geprofiteerd, maar nooit blijvend’ – nooit blijvend.

De AfD kan misschien weer dalen in de kiezersgunst, maar de maatschappelijke problemen in Duitsland zullen niet zo gauw wegsmelten. Integendeel, ze gaan er niet minder op worden nu – zoals verschillende economen waarschuwen – het gevaar dreigt van de-industrialisering in wat tot nu toe en voorlopig nog de economische motor van Europa is. Als de basis voor de welvaartscreatie en dus ook de sociale zekerheid zou wegvallen, steekt de demon van ‘Weimar’ (red.- de tragisch ten onder gegane Republiek van Weimar 1919-33) de kop weer op.

Dirk Rochtus is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij was eerder adjunct-kabinetschef en extern adviseur aan de Raad van Europa. Dit artikel verscheen eerder bij Doorbraak Magazine

Hoofdafbeelding: ANP / Omer Mesinger – Demonstratie Berlijn 27 mei 2018