Auteur: Sonja Dahlmans
In het uiterst zuidoostelijke deel van Europa, bekend als de Kaukasus, dreigt een stille genocide. Sinds acht maanden is de Lachin Corridor die Armenië verbindt met Artsach, de regio in Azerbeidzjan waar voornamelijk christelijke Armenen wonen, door de regering afgesloten. Supermarktschappen zijn leeg, er is nauwelijks voedsel, brandstof en medicamenten voor de 120.000 Armeense christenen die er wonen, onder wie 30.000 kinderen en 20.000 ouderen.
Op het moment van schrijven staat er sinds 25 juli reeds een konvooi voedsel en medicamenten voor de grens, maar krijgt het Internationale Rode Kruis geen toegang tot de inwoners van Artsach. Volgens journalisten die in het gebied zelf leven, krijgen de meeste inwoners slechts een maaltijd per dag. Voor brood staan de mensen in Artsach ‘s nachts uren in de rij te wachten op hun dagelijkse rantsoen. Tegelijkertijd melden bronnen binnen Artsach dat er geschoten wordt op Armenen die proberen de oogst van het land te halen.
De daar overgebleven journalisten, Marut Vanyan en Siranush Sargsyan, waarschuwen inmiddels dat naar alle waarschijnlijkheid ook brood binnenkort niet meer te krijgen zal zijn vanwege het tekort aan brandstof. Simpel gezegd; bakkers kunnen hun ovens niet meer verwarmen. Afgelopen week stierf er reeds een Armeense man van 40 door ondervoeding. Een zwangere vrouw verloor haar kind omdat er geen brandstof was voor vervoer naar het ziekenhuis.
De blokkade is al sinds december 2022 effectief, maar heeft tot nog toe nauwelijks media-aandacht gekregen. Sinds twee weken komt daar langzamerhand verandering in. De Europese Raad, het Europese Parlement, de Verenigde Staten en ook ons eigen Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben inmiddels verschillende verklaringen gegeven waarin zij zeggen geschokt en bezorgd te zijn. Human Rights Watch en het Internationale Rode Kruis geven aan dat het momenteel onmogelijk is de inwoners van Artsach te voorzien van hun eerste levensbehoeften; voedsel en medicamenten. Wat speelt hier en hoe kon deze situatie zolang uit de hand lopen zonder enige aandacht vanuit de internationale gemeenschap?
Armeens cultureel erfgoed
Omdat deze crisis zo lang werd genegeerd door de media, lijkt het alsof dit ineens uit de lucht komt vallen. Niets is echter minder waar. Artsach, door de Sovjets destijds Nagorno-Karabach genoemd, ligt in het overwegend islamitische Azerbeidzjan maar wordt al eeuwenlang bewoond door Armeense christenen. Precies hierin schuilt een van de problemen; Azerbeidzjan ontkent dat Armenen al eeuwen in het gebied wonen. Ondanks het enorme archeologische bewijs aan middeleeuwse Armeense kerken, kloosters, gedenkstenen en inscripties, claimt Azerbeidzjan dat de Armeense aanwezigheid in Artsach en Nachitsjevan pas enkele decennia oud is. Al lang voor de blokkade van de Lachin Corridor, in september 2022, waarschuwde Genocide Watch dat een volkerenmoord op de Armenen van Artsach dreigde, juist ook vanwege de culturele genocide die eraan voorafging.
Enkele jaren geleden werd reeds vastgesteld door diverse waarnemers dat alle herinneringen aan de Armeens christelijke geschiedenis van Nachitsjevan (ook hier woonden tot voor kort voornamelijk Armenen) compleet waren weggevaagd door Azerbeidzjan. President Ilham Aliyev zou zelf opdracht hiertoe hebben gegeven. Saignant omdat de vicepresident van het land, zijn echtgenote Mehriban Aliyeva, ambassadeur van UNESCO is en in die hoedanigheid het culturele erfgoed zou moeten beschermen. In Nachitsjevan is inmiddels van het Armeense christelijke culturele erfgoed niets meer over. Het gaat volgens reporters Sarah Pickman en Simon Maghakyan om ruim 2.000 chatsjkars, traditionele Armeense gedenktekens met een kruisteken erop, van de begraafplaats in Julfa. Daarnaast zijn er nog 89 Armeens christelijke kerken en 5.840 chatsjkars elders in Nachitsjevan vernietigd.
In Artsach gebeurt inmiddels hetzelfde. Sinds Azerbeidzjan de tweede Nagorno-Karabachoorlog in 2020 won en delen van Artsach permanent in hun handen viel, is men ook daar begonnen kerken en kloosters te vernietigen. Zo maakte BBC-correspondent Jonah Fisher in 2021 een reportage waarin hij berichtte over een Armeense kerk in Artsach die na de overwinning van Azerbeidzjan in de tweede Nagorno-Karabachoorlog (2020) verdween. Tijdens de overwinning poseren Azerbeidzjaanse soldaten boven op de kerk terwijl zij “Allahu Akhbar” schreeuwen. Wanneer Fisher een jaar na de oorlog het gebied bezoekt, is de kerk compleet weggevaagd en resten slechts wat stenen overblijfselen ter herinnering.
Christelijke geschiedenis
Een andere vorm van vernietiging van het Armeens christelijke erfgoed is de theorie waarin de Udi christenen, de enige overgebleven groep christenen uit de kerk van Kaukasisch Albanese kerk, een belangrijke rol spelen. Deze kerk heeft niet te maken met het Europese land Albanië, maar het betreft hier een kerk uit de Middeleeuwen die in de achtste eeuw AD bijna compleet werd veroverd door de islamitische veroveraars. Het kleine deel dat overbleef ging bijna volledig op in de Armeens Apostolische kerk. De christenen in dat deel van de Kaukasus werden dus veroverd door de Turken (moslims). Eeuwen later claimt Azerbeidzjan dat haar inwoners afstammen van het enige ‘echte’ christendom uit de regio, de Kaukasische Albanese Kerk, en dat de Armenen die de Turkse veroveringen, de vele pogroms en de Armeense genocide overleefden het gebied hebben bezet.
Vicepresident Aliyeva beargumenteert in een paper zelfs dat de Armenen op goede voet stonden met de Arabieren van het islamitische Umayyad kalifaat en samen met hen de Kaukasische Albanese Kerk zouden hebben verdreven. Het doel is duidelijk: de geschiedenis wordt veranderd om etnische zuivering wit te wassen, wanneer de Armenen bezetters zijn die niet thuishoren in Nagorno-Karabach, dan mogen ze verdreven worden en al hun sporen worden uitgewist (OSCE, Anti – Armenian propaganda and hate dissemination carried out by Azerbaijan as a serious obstacle to the negotiation process, 2008). Ook in geschiedenisboeken, schoolboeken en op officiele overheidssites wordt de aanwezigheid van Armenen in het land weggelaten of worden zij geportretteerd als bezetters.
Armeense genocide
Tijdens de Armeense genocide (1914 -1923) werden niet alleen in Turkije Armenen op grote schaal vermoord. Ook in het huidige Azerbeidzjan, bijvoorbeeld in de hoofdstad Bakoe, waren er pogroms en werden Armenen vermoord en verdreven. Minder bekend is het grote aantal Armeense vrouwen en meisjes dat werd ontvoerd, verkracht en geturkificeerd; bekeerd tot de islam en verplicht geassimileerd in de Turkse cultuur. Het is daarbij belangrijk in het oog te houden dat het Turkse volk niet alleen in Turkije maar ook in landen zoals Azerbeidzjan, Kazachstan en Turkmenistan woont. De Armenen vormen dus niet alleen een andere religieuze groep, maar een andere ethno-religieuze groep in de regio.
John Eibner, mensenrechtenactivist en tot enkele jaren terug nog de voorzitter van International Christian Solidarity (ICS) zei in een interview dat wat wij momenteel zien gebeuren in Nagorno-Karabach, de oorlog daar in het najaar van 2020, de laatste fase is van de Armeense genocide die aan het eind van de negentiende eeuw werd ingezet. Eibner noemt het een patroon van ethno-religieuze zuivering van Armeense christenen uit de Kaukasus. Niet, zegt Eibner, omdat het conflict primair gaat om theologische verschillen tussen de twee bevolkingsroepen, maar wel omdat de religieuze identiteit van beiden een intrinsieke rol speelt in het conflict. In 2006 schreef ook de Zweedse geleerde op het gebied van de Kaukasus, Svante Cornell, dat het conflict tussen Azerbeidzjan en zijn Armeense inwoners en de Armeense buren een ethno-religieus conflict is.
Voor de seculiere wereld is religie een individuele, persoonlijke aangelegenheid. In andere delen van de wereld echter worden mensen vaak gezien als onderdeel van een (ethno)religieuze groep. Voormalige Sovjetrepublieken, waaronder Azerbeidzjan, hebben bijna allemaal wetten die het de overheid gemakkelijker maakt religieuze gemeenschappen te controleren. Vaak is er een door de staat geaccepteerde religie die de voorkeur heeft, ook wanneer op papier de staat seculier is, zoals in Azerbeidzjan het geval is.
Christenvervolging
In de westerse pers wordt slechts zelden over het conflict rondom Nagorno-Karabach geschreven. De meeste reacties volgen de lijn dat het geen religieus conflict is, maar een claim van twee landen over een betwist grondgebied. Het is gezien de vele voorbeelden die er zijn waarin systematisch juist religieuze gebouwen, graven en inscripties worden vernietigd, moeilijk vol te houden dat dit zo is. Vlak voor de tweede Nagorno-Karabachoorlog stond Azerbeidzjan nog binnen de top vijftig van landen waar het volgens Open Doors het zwaarst is voor christenen om in vrijheid hun religie te beleven. In het jaarrapport van dit jaar, 2023, stelt Open Doors dat er een toename zichtbaar is van christenvervolging onder autoritaire regimes waaronder Azerbeidzjan en andere landen in de Kaukasus.
Enkele concrete voorbeelden van religieuze invloed in het conflict zijn bijvoorbeeld de Armeense pelgrims die in 2021 het Armeense klooster Dadivank wilden bezoeken, maar daarvoor geen toestemming kregen van de plaatselijke autoriteiten. Dit gold ook voor een priesterwijding in 2021 waar bezoekers geen toegang werd verleend. Tijdens het Maraga bloedbad van april 1992 werden lichamen van gedode Armenen met een kruisteken ingekerfd door Azerbeidzjanen. Een getuige vertelde aan de journaliste Ashkhen Arakelyan (Sadistic Pleasures: Silent Crimes of Azerbaijan, 2021) dat Azerbeidzjaanse soldaten hem vroegen zich te bekeren tot de islam nadat zij hem krijgsgevangen hadden genomen. Een andere krijgsgevangene herinnert zich dat zijn spullen werden afgepakt en doorzocht. Hij kreeg alles terug behalve een heiligenprentje dat hij in zijn portemonnee bewaarde.
Islam
Op papier is Azerbeidzjan een seculiere staat, maar onder leiding van Ilham Aliyev en zijn vader en voorganger Heydar Aliyev, werd steeds meer nadruk gelegd op de islamitische religie van de meeste inwoners van het land. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa stelde in een rapport in 2008 vast dat de Azerbeidzjaanse regering de spirituele leiders van het land opruide in anti-Armeense retoriek.
Jihadisme
Cornell benadrukt dat er in Azerbeidzjan een ontwikkeling gaande is waarbij de islam wordt gebruikt voor nationalistische doeleinden. Helaas betekent dit ook de ontwikkeling of verspreiding van de radicale islam in het land. Volgens Cornell was er reeds in 2006 een groei waarneembaar van zowel sjiitische als soennitische extremistische groepen in de hoofdstad Bakoe. Tijdens de tweede Nagorno-Karabachoorlog stuurde bondgenoot Turkije meer dan 3.000 jihadisten naar de regio om Azerbeidzjan te helpen de Armenen te verslaan. Deze huurlingen kwamen voornamelijk uit Syrië, maar in haar boek laat Arakelyan een reeks Armeense oorlogsgevangenen aan het woord die ook Pakistaanse soldaten zeggen te hebben herkend. Daarnaast waren er reeds in 2013 meldingen van Azerbeidzjaanse burgers die zich zouden hebben aangemeld bij ISIS in Syrië.
Dit is een opinieartikel van Sonja Dahlmans. Ze is theologe en gespecialiseerd in de religies van het Midden-Oosten.
Hoofdafbeelding: Marut, Supermarkt in Artsakh.