In de historie van de publieke omroep is er nog nooit gebruik gemaakt van de sanctiebevoegdheid van art. 2.154 Mediawet of diens voorganger. In punt 54 van het voornemen stelt de Raad van Bestuur dat andere omroepen net als ON! worden aangesproken op hun verplichting binnen de normen van het publieke mediabestel. De Raad van Bestuur geeft aan dat hieraan nog de nodige aandacht zal worden gegeven. Vervolgens stelt de Raad van Bestuur dat het gedrag van anderen geen grondslag kan zijn om niet over te gaan tot optreden jegens ON!. Daarmee lijkt de Raad van Bestuur te erkennen dat andere omroepen “ook” in strijd hebben gehandeld met de norm van bereidheid tot samenwerking. Net als er in het eerste rapport van de Ombudsman waarin ook zijdelings werd gerefereerd aan het gedrag van andere omroepen levert dit geen sanctie op. Aan ON! zijn er inmiddels twee sancties opgelegd en is een derde sanctie aangekondigd. Andere omroepen hebben naar het beste weten van ON! niet eens een waarschuwing gekregen, in elk geval zijn er ten aanzien van hen geen sancties opgelegd terwijl niet inzichtelijk is waarom hun gedragingen rechtens minder ernstig zouden zijn (in de perceptie van het bestuur).
Détournement de pouvoir
Het voornemen is bovendien in strijd met het verbod op “détournement de pouvoir” (art. 3:3 Awb), omdat de Raad van Bestuur zijn handhavingsinstrument gericht op het borgen van de samenwerking binnen het bestel gebruikt voor een ander doel, namelijk het corrigeren van ON! op inhoud van zijn programma’s als hiervoor aangegeven.