Achtergronden & opinie

‘Maak juni de maand van de terechte trots’

Auteur: Michiel Dubbeldam

Het is juni, de maand waarin verschillende bedrijven hun logo veranderen in een logo met de kleuren van de transgender-regenboogvlag. Dit alles om pridemaand te vieren. De volledige LHBTI+-gemeenschap mag tijdens deze maand trots zijn op zichzelf omdat ze toevallig een andere seksuele voorkeur hebben. De maatschappij bombardeert dit tot een statusverhogende eigenschap. Dat terwijl echte prestaties steeds minder aandacht en erkenning krijgen. Trots is hiermee verworden tot een privilege van bepaalde subculturen, in plaats van iets dat je verdient. 

De definitie van trots

Wat betekent het woord trots eigenlijk? Wikipedia beschrijft het als ‘iemands eergevoel, een menselijke emotie die soms ook met ijdelheid of hoogmoed gepaard kan gaan.’ Voor het Engelse woord ‘pride’ wordt de volgende definitie gegeven: ‘Een gevoel van diep plezier of voldoening voortkomende uit de eigen prestaties, de prestaties van degene met wie men nauw verbonden is of kwaliteiten en eigenschappen die alom worden bewonderd.’ 

In de praktijk betekent dit dus dat je trots kunt zijn op statusverhogende eigenschappen of daden, van jezelf of van iemand anders met wie je nauw verbonden bent of je nauw verbonden voelt. Hierbij moet je oppassen dat deze trots niet overslaat in ijdelheid of hoogmoed. 

Ongepaste trots

Een gevoel van trots hoor je dus niet zomaar in je schoot geworpen te krijgen, je moet het verdienen, je moet er moeite voor doen. Vandaar dat de ophef over het nieuwe standbeeld in Rotterdam zo terecht is. Om een standbeeld te verdienen, zouden er heldhaftige daden moeten zijn verricht, of zou je op zijn minst een bijzonder grote en krachtige invloed moeten hebben gehad op een belangrijke positieve ontwikkeling. Een standbeeld symboliseert de vereeuwiging en maatschappelijke erkenning van de statusverhogende prestatie die je hebt verricht. En zonder bijzondere prestatie of eigenschap hoor je dus ook geen standbeeld te krijgen.

In het geval van het Rotterdamse standbeeld viel er geen persoon met begerenswaardige eigenschappen of prestaties te bewonderen. Stoïcijns vooruit kijken terwijl je een joggingbroek en moderne sneakers draagt is volgens de Britse maker van het beeld genoeg om de hoogste maatschappelijke eer te genieten. Vroeger bracht kunst schoonheid, vandaag brengt kunst activisme. 

Exact dezelfde ongepaste trots vindt men terug in het concept van de pridemaand waar alle soorten seksualiteit worden gezien als iets dat een bepaalde trots verdiend. Buiten het feit dat lang niet alle soorten seksualiteiten positief of wenselijk zijn (zoals pedo- en necrofilie), valt er veel meer aan te merken op het prideprincipe. Want als men alleen streeft naar gelijkwaardigheid en een normale behandeling, waarom moet er dan een volledige maand (inclusief vlaggen en parades) worden gereserveerd voor het vieren van deze specifieke seksualiteiten?

Een pridemaand is op zichzelf nogal tegenstrijdig met het principe van gelijke behandeling. Het impliceert immers dat het niet-hetero zijn een statusverhogende prestatie is die een maand lang speciaal maatschappelijk aanzien hoort te genieten. Opnieuw geldt echter dat er geen enkele goede reden is om trots te zijn. LHBT’ers worden in dit land als volkomen gelijkwaardig beschouwd en dus is er geen bijzondere prestatie verricht noch is er sprake van een bewonderenswaardige eigenschap.  

Terechte trots wordt weggedrukt

Topprestaties verdienen niet alleen een topbeloning maar ook erkenning en een gepaste hoeveelheid trots. Dit komt steeds meer onder druk te staan. De Vrije Universiteit in Amsterdam deed al eerder het predicaat cum laude in de ban omdat dit te veel de nadruk zou leggen op presteren in plaats van leren. Dat terwijl deze twee werkwoorden onafscheidelijk zijn en ze elkaar aanvullen in plaats van uitsluiten. 

Niet alleen op universiteiten is de aanval op topprestaties en terechte trots in volle gang. Ook in de rest van de maatschappij wordt excelleren steeds minder gewaardeerd. Zo moeten topbestuurders zich verantwoorden voor hun bonussen. En wordt de militaire held Marco Kroon van zijn voetstuk gehaald omdat hij na een wildplasincident op ongepaste wijze op de agenten reageerde. Hiervoor gaat hij maar liefst 40 dagen de gevangenis in.

Ook helden uit het verleden zoals Winston Churchill worden onder een vergrootglas gelegd. Men zoekt koortsachtig naar een misstap waaruit zou blijken dat zij de nationale trots toch niet verdienen. Standbeelden van historische helden worden gesloopt en deze worden vervangen door imaginaire figuren die nooit bestaan hebben en nooit iets gedaan hebben. 

De subgroep-verheerlijkingscultuur 

Als je tot een goedgekeurde subgroep behoort, mag je dus trots zijn op jezelf, ongeacht of hier ook maar enige aanleiding toe is. Ben je toevallig geboren in een achterstandswijk, heb je een donkere huidskleur en houd je van hiphop-muziek, dan kwalificeren deze eigenschappen je om trots te mogen zijn. Heb je een geslachtsoperatie laten uitvoeren en lijd je aan genderdysforie, dan mag je trots zijn op jezelf en je seksualiteit. Ben je van Syrische afkomst en ga je iedere vrijdag naar de Moskee, dan mag je trots zijn op jezelf en op je (culturele) afkomst. 

Maar ben je een autochtone, blanke, heteroseksuele, christelijke Nederlander, dan is er niets waar je trots op mag zijn. Je mag niet trots zijn op wie je bent, op waar je vandaan komt of waar je in gelooft. Zelfs op persoonlijke grootse prestaties mag je niet langer trots zijn omdat deze je zijn komen aanwaaien door je witte privilege.

Terechte trots

Als je behoort tot één van de eerder genoemde subculturen mag je trots zijn vanaf je geboorte tot in het graf, op prestaties die je nooit verricht hebt en eigenschappen die niet de jouwe zijn. Maar verricht je daadwerkelijk een heldendaad of weet je een topprestatie te leveren, dan hoef je niet langer brede erkenning verwachten, want je bent toch maar een mens als ieder ander. 

Laten we in de maand juni voortaan terechte trots vieren waar mensen daadwerkelijk moeite voor hebben gedaan. Bijvoorbeeld behaalde diploma’s en promoties, vreugdevolle geboortes en al die vaders en moeders die dagelijks moeite doen om het gezin in goede banen te leiden. 

Toch zullen zij nooit een standbeeld krijgen voor al hun moeite en geweldige werk, in tegenstelling tot de imaginaire joggingbroekvrouw in Rotterdam die voor altijd al nietsdoend stoïcijns voor zich uit zal kijken en talloze mensen vol onterechte trots zal vervullen.


Dit is een opiniestuk van Michiel Dubbeldam. Hij is student Economie en Bedrijfseconomie in Tilburg.

Hoofdafbeelding: ANP / Valerie Kuypers, Vlissingen 2011: Onthulling gerestaureerde standbeeld van Michiel de Ruyter.