Achtergronden & opinie

Europees Hof bekrachtigt MH17-standpunt Den Haag

Auteur: Eric van de Beek

Het is onbekend wie vlucht MH17 heeft neergehaald, oordeelde vandaag het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het kan een Rus zijn geweest, maar ook een pro-Russische Oekraïner. Toch houdt het hof Rusland verantwoordelijk voor de vliegramp. Dit kwam niet als een verrassing. Het Hof baseerde zich voor zijn uitspraak op dezelfde informatie als de Rechtbank Den Haag die in 2022 drie mannen veroordeelde wegens medeplichtigheid.

Vandaag deed het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg uitspraak over de statenklacht van Nederland tegen de Russische Federatie. Het toenmalige kabinet Rutte  daagde in 2020 Rusland voor het EHRM ‘vanwege zijn rol bij het neerhalen van vlucht MH17’ op 17 juli 2014 in het oosten van Oekraïne. Het kabinet besloot hiertoe – naar eigen zeggen – om de nabestaanden te helpen. Bij de ramp kwamen alle 298 inzittenden om het leven, van wie 196 Nederlanders. Het EHRM verklaarde vandaag Rusland schuldig aan de ramp. MH17 zou zijn neergeschoten met een Buk-luchtafweersysteem. Het Hof wist niet door wie, maar dat zou irrelevant zijn. De fatale raket was volgens het Hof afgevuurd vanuit een gebied in het oosten van Oekraïne dat gecontroleerd werd door pro-Russische opstandelingen. Die zouden op hun beurt volledig zijn aangestuurd door Moskou. Rusland zou daarom sowieso ‘verantwoordelijk’ zijn geweest voor hun handelen.

MH17 kan zijn neergehaald door een Rus of een Oekraïense rebel uit de opstandige provincie Donetsk in het oosten van Oekraïne, stelde het EHRM. Die zienswijze wijkt af van die van het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) en de Rechtbank Den Haag, die sterk suggereerden dat MH17 was neergeschoten door Russen die met Buk en al de grens waren overgestuurd om de rebellen een handje te helpen. Wie de bemanningsleden van de Buk waren, daarover lieten het OM en de Rechtbank Den Haag zich echter niet uit, omdat het niet gelukt was hun identiteit te achterhalen. De enigen die van 2020 tot 2022 in Nederland terecht stonden waren vier mannen, drie Russen en een Oekraïner, die het OM verdacht van indirecte betrokkenheid bij het neerhalen van de Maleisische Boeing. Ze zouden het moordwapen hebben aangevraagd in Rusland en het transport hebben geregeld naar een landbouwveld in het oosten van Oekraïne waar de fatale raket zou zijn afgevuurd. De Rechtbank Den Haag veroordeelde in 2022 drie van de vier mannen tot levenslange gevangenisstraffen en miljoenenboetes. De enige die vrijspraak kreeg, de Rus Oleg Pulatov, was de enige van het stel die zich in de rechtbank had laten verdedigen door advocaten.

Hoewel het EHRM nadrukkelijk verklaarde dat degene die op de knop drukte ook een pro-Russische Oekraïner kan zijn geweest, komt de uitspraak van het Hof overeen met die van de Rechtbank Den Haag. Het is Rusland dat de schuld krijgt. Als een verrassing kwam dat niet. Toen het EHRM in 2023 bekend maakte dat het de Nederlandse statenklacht in behandeling zou nemen, liet het meteen al doorschemeren dat het veel waarde hechtte aan de onderbouwing van het vonnis van de Rechtbank Den Haag. Er waren Russische militairen in het oosten van Oekraïne aanwezig geweest, er waren Russische wapens binnengebracht en de opstandige bevolking in het gebied werd direct aangestuurd vanuit Moskou, zo zei het Hof te hebben begrepen. Verder zou MH17 zijn neergeschoten vanuit een gebied dat onder controle stond van de opstandelingen. Er zou hiervoor bewijs zijn aangedragen dat op het eerste gezicht afdoende en goed onderbouwd was.

Het inspireerde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra tot het schrijven van een tweet met de tekst: “Belangrijke mijlpaal: Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld dat Rusland betrokken was bij het neerhalen van vlucht MH17. Het is de eerste keer dat een internationale rechter zich hierover uitspreekt, een duidelijk signaal aan Rusland.” Formeel had het Hof echter nog helemaal niets vastgesteld. Het had alleen bekendgemaakt dat het zich over de klacht zou gaan buigen. Het liet alleen al wel doorschemeren welke kant het opging. Bijzonder hoogleraar internationaal strafrecht Geert-Jan Knoops toonde zich destijds hierover verbaasd. “Het is niet gebruikelijk dat een ontvankelijkheidsbeslissing zo uitvoerig wordt gemotiveerd,” zei hij. “De ontvankelijkheidsbeslissing zoals die is gemotiveerd kan zeker een aanwijzing opleveren voor het mogelijk veroordelen van Rusland. Het Europees Hof had namelijk ook kunnen oordelen dat een voorlopig oordeel van de zaak erop wijst dat het betreffende gebied niet onder controle van Rusland zou staan. Daarmee lijkt het Europees Hof op een veroordeling van Rusland af te stevenen.” 

Het EHRM heeft zich voor zijn uitspraak gebaseerd op dezelfde informatie als waar de Rechtbank Den Haag zich op baseerde. Deze is afkomstig van het Joint Investigation Team (JIT), een samenwerking van de Nederlandse, Belgische, Australische, Maleisische en Oekraïense politie en justitie. Dit bleek al op 5 november 2020. De Nederlandse advocaten van één van de vier verdachten in de strafzaak bij de Rechtbank Den Haag, Oleg Pulatov, maakten toen bekend dat het Nederlandse Openbaar Ministerie vertrouwelijke ‘informatie uit het strafrechtelijk onderzoek’ overdroeg aan het EHRM. Deze overdracht verliep via het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het JIT maakte daarnaast in 2023 een rapport openbaar over MH17, waarin sterk de nadruk werd gelegd op de controle die Rusland vanaf 2014 zou hebben uitgeoefend over de rebellen in het oosten van Oekraïne. Het beeld dat we hebben verkregen van de Russische betrokkenheid tot op het hoogste niveau kan een belangrijke rol spelen in procedures waar de aansprakelijkheid van deze staat aan de orde is,” zei plaatsvervangend hoofdofficier van justitie Digna van Boetzelaer bij de presentatie van het JIT-rapport. De ministers Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken en Dilan Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid sloten zich daar dezelfde dag nog bij aan. “De bevindingen van het JIT hebben niet alleen geleid tot de veroordeling van drie individuen, maar zijn ook van grote waarde bij de andere nog lopende procedures die door de Nederlandse staat worden gevoerd bij het EHRM en de internationale burgerluchtvaartorganisatie ICAO,” schreven ze in een brief aan de Tweede Kamer. “Ook de informatie die vandaag openbaar is gemaakt kan van belang zijn voor deze lopende procedures.”

Het EHRM deed uitspraak in de MH17-zaak zonder verweer van Rusland, dat zich in maart 2022 terugtrok uit de Raad van Europa na internationale veroordeling van de invasie in Oekraïne. Sinds 16 september 2022 is Rusland geen partij meer bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), en erkent het geen uitspraken van het Hof meer. Toch acht het EHRM zich bevoegd om zaken te behandelen die gaan over gebeurtenissen vóór die datum. Omdat Rusland zich niet meer aan het Hof gebonden acht en er ook geen Russische rechter meer deel uitmaakt van het EHRM, heeft de uitspraak louter symbolische waarde. Een opgelegde schadevergoeding zal waarschijnlijk niet worden betaald.